Rest in peace? Dit gebeurt er met je online leven als je er niet meer bent
Na de dood. Na de dood! Er is leven, er is leven na de dood. Cabaretier Freek de Jonge zong het in 1997. Anno 2024 was die uitspraak nog nooit zo waar. Want hoewel we nog steeds niet weten of er een hiernamaals is, leven we online na onze dood oneindig voort. Op social media, in onze accounts en met video’s, foto’s en documenten die we hebben opgeslagen in de cloud. Een zoektocht naar de betekenis van digitale nalatenschap.
Page content
De situatie
Voordat ik mensen interviewde over digitale nalatenschap, had ik nog nooit over dit onderwerp nagedacht. Wie ik ben? Donna van de Ven, 32 jaar, schrijver van dit stuk. Ik heb een laptop, smartphone en slimme televisie, accounts op LinkedIn, Facebook en Instagram en cloudopslag op verschillende platforms.
Net zoals vele andere mensen. En net zoals voor vele andere mensen voelt de dood voor mij nog ver weg. Als ik denk aan nalatenschap, denk ik aan iets waar ik mee aan de slag moet over een jaar of vijftig. Niet iets waar ik me nu druk over moet maken. Maar dat is precies wat ik nu wel ga doen: me druk maken over mijn digitale nalatenschap.
De definitie
Wat houdt het eigenlijk in, digitaal nalatenschap? Je digitale nalatenschap is alles wat achterblijft in de digitale wereld als je overlijdt, zo vertelt Oneindig Online me. Maar dat is nog steeds een breed concept. Dus schets ik voor mezelf wat het concreet inhoudt. In mijn geval gaat het onder andere om mails, appjes, foto’s, video’s, notities en documenten. En mijn accounts bij streamingsdiensten, webshops en apps zoals Marktplaats en Vinted.
Een korte zoektocht tussen mijn apps en in mijn opgeslagen wachtwoorden in Google brengt me terug naar accounts die ik zelf al was vergeten. De paar euro aan crypto die ik op een blauwe maandag bij Bitvavo kocht. Mijn klantenkaarten bij kledingwinkels, het Kruidvat en de Hema. Accounts bij oude verzekeraars, fietsverhuurders in Parijs, Oslo en Valencia en websites waarvan ik me met de beste wil van de wereld niet kan herinneren waarom ik ze heb bezocht. De lijst is lang. Heel lang.
Een korte zoektocht tussen mijn apps en in mijn opgeslagen wachtwoorden in Google brengt me terug naar accounts die ik zelf al was vergeten.Donna van de Ven
De overwegingen
Ik wist het al van de mensen die ik voor de interviews heb gesproken, maar nu pas dringt het echt tot me door: digitale nalatenschap is niet iets wat je zomaar regelt. Allereerst zijn daar de praktische vragen. Hoe verwijder je deze accounts? Waar zijn alle wachtwoorden? Met welk mailadres heb ik me überhaupt aangemeld? Voor iemand die over het algemeen houdt van structuur, is het online leven dat ik de afgelopen 20 jaar heb opgebouwd een behoorlijke chaos.
Daarnaast spelen ook ethische vragen een rol. Want hoe zit het met je privacy na je dood? En met die van anderen die bijvoorbeeld op jouw foto’s staan? Wil je überhaupt dat je online blijft bestaan, of verdwijn je liever in het niets? Vragen waarop geen eenduidig antwoord te vinden is. Aan de ene kant denk ik: ik heb geen geheimen. Maar van het idee dat iemand mijn persoonlijke gesprekken doorspit, krijg ik ook geen fijn gevoel.
Wat zegt de wet erover? Die geeft geen uitsluitsel. Volgens de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) hebben overledenen bijvoorbeeld geen recht op privacy. Nabestaanden mogen je accounts dus ongegeneerd doorspitten. Op grond van erfrecht vallen online accounts in de nalatenschap. Daarmee hebben erfgenamen dus het recht om bijvoorbeeld je berichtengeschiedenis te bekijken. Toch bestaat er ook zoiets als het recht op lichamelijke integriteit, dat wél geldt voor overleden personen. Over de digitale wereld zegt dit recht echter (nog) niets.
Wil je je privacy behouden na je dood, dan lijkt de enige optie om je wensen kenbaar te maken. Oftewel: schrijf op wat mensen wel en niet mogen lezen, bekijken of delen. Misschien is dat alles, misschien helemaal niets. In ieder geval is dan de keuze aan jou – en aan je nabestaanden om je wensen te respecteren
Voor iemand die over het algemeen houdt van structuur, is het online leven dat ik de afgelopen 20 jaar heb opgebouwd een behoorlijke chaos.Donna van de Ven
De stappen
Hoe complex ook, voor iedereen komt er een moment dat we te maken krijgen met digitale nalatenschap. Als het moment daar is, is het handig voor je nabestaanden om te weten wat ze moeten regelen. Zelf besloot ik om de inlogcodes van mijn laptop en telefoon op een briefje te schrijven en dat neer te leggen op een plek waar mijn naasten zeker moeten zijn als ik overlijd. Een wachtwoordkluis gebruikte ik al – maar daarover later meer.
Want vóór deze stap, zit er eigenlijk nog een die minstens zo belangrijk is: het behouden van het telefoonnummer. Dit heb je namelijk nog hard nodig om later in te loggen in alle accounts. Heb je geen nummer meer, dan wordt het afwikkelen van je nalatenschap tien keer ingewikkelder dan het al was. Geen kosten meer maken maar wel het nummer behouden? Bel de provider en vraag om het abonnement om te zetten naar prepaid.
Dan over naar de wachtwoordkluis. Dit is één plek waar je alle wachtwoorden opslaat. Om in te loggen, heb je alleen een hoofdwachtwoord nodig. Handig bij leven zodat je niet alles zelf hoeft te onthouden, maar helemaal als je er niet meer bent. Het beperkt de speurtocht namelijk tot één kluis. Hoe je vervolgens toegang geeft tot die kluis, is aan jou. Sommige systemen bieden de optie om een noodcontact aan te wijzen. Maar het ouderwetse briefje met inlognaam en wachtwoord werkt ook.
Wat gebeurt er als je dit niet regelt? Dan zijn je nabestaanden overgeleverd aan het beleid van bedrijven. Soms is een mail sturen genoeg. Vaak heb je een overlijdensakte nodig. Maar het kan ook zomaar zijn dat je via een (Amerikaanse) rechter een bevel moet regelen om het account in te zien. Een ingewikkelde, tijdrovende en dure grap waar je nabestaanden waarschijnlijk niet om kunnen lachen.
Ik besloot om de inlogcodes van mijn laptop en telefoon op een briefje te schrijven en dat neer te leggen op een plek waar mijn naasten zeker moeten zijn als ik overlijd.Donna van de Ven
De toekomst
Dat er werk aan de winkel, is duidelijk. Maar wat voor werk? De eerste stap is bewustzijn. Vandaag de dag heeft iedereen een digitale nalatenschap. Het is aan onszelf om te beslissen wat we daarmee willen. En aan organisaties om het voor nabestaanden makkelijk – of überhaupt mogelijk – te maken om aan die wensen te voldoen. Regelgeving gaat ongetwijfeld volgen, maar dat kost tijd. Daarbij komt ook de vraag: wat moet de wet voorschrijven als onze eigen grenzen nog zo vaag zijn?
Maar zelfs als dat allemaal goed geregeld is, zijn we er nog niet. Technologie ontwikkelt zich razendsnel. Kunstmatige intelligentie maakt het nu al mogelijk om op basis van appjes, e-mails en video’s, te communiceren zoals de overleden persoon dat deed. Is dit het eren van de overledene, of het aan de haal gaan met iemands integriteit? ChatGPT waarschuwt weliswaar ‘dat het gebruik van AI na iemands dood ethische en privacy-overwegingen met zich meebrengt’, maar dat betekent niet dat-ie de opdracht weigert. Wie weet wat er over 10, 20 of 50 jaar mogelijk is? De mogelijkheden zijn oneindig. Net als het online leven.
Wat ik doe met mijn eigen digitale nalatenschap? Voor nu blijft het bij een ouderwets briefje en het goede voornemen om orde te scheppen in de virtuele chaos. Misschien dat mijn persoonlijke AI-bot over een jaar of vijftig in mijn plaats kan doorleven en dan zingt met mijn (valse) stem: er is leven, er is leven na dood.